Stage 12

Arjan Bos verbijt de pijn van een gebroken sleutelbeenRH170114-111
 
Alles moest wijken voor dat ene doel: de finish halen van de Dakar Rally. Arjan Bos verbeet er de pijn van een gebroken sleutelbeen voor. Zelfs aan de meet van de laatste proef kon hij nog niet geloven dat hij het had gehaald. “Ik moet nog bijna 700 kilometer naar Buenos Aires. Daar is het podium. Ik ben er nog niet!”
 
Met een gebroken sleutelbeen het proefje van 64 kilometer rijden, was nog wel te doen, maar Bos was wel bang geweest. “Ik ben er heel voorzichtig mee. Ik heb als een oud wijf de laatste proef gereden. Ik reed het bivak uit naar de start, in het donker, en voor me stak ineens een hond over. Je zult het meemaken, dat je op zo’n manier uit de rally gaat. Voor hetzelfde geld vlam ik zo op die hond.”
Het was zwaar. Bos heeft ontzettend afgezien. Een paar keer was het kantjeboord en werd hij gered doordat etappes werden afgelast of ingekort. Soms liet de apparatuur hem in een steek, een paar valpartijen betekenden bijna het einde, de hitte en de hoogte waren zijn grootste vijanden, maar Bos weigerde simpelweg om de pijn toe te staan. “Dat kan niet. Je móet door.”
 
Daarom was hij er nog niet gerust op toen hij eenmaal gefinisht was. “Je moet het nog wel even doen. Het is een roteind nog naar Buenos Aires. Ik moet en ik zal naar Buenos Aires”, bleef hij maar herhalen. Een geluk bij een ongeluk was dat het zijn linker sleutelbeen is. Was het rechts geweest, dan was de rally een dag te vroeg geëindigd voor de Dakar-debutant die volkomen gesloopt maar op karakter de Dakar uitreed.
“Het dringt nog totaal niet tot me door. Je bent zo gefocust op dat ene doel, waarvoor alles moet en zal wijken. Ik ben nu al vergeten wat er een week geleden is gebeurd”, vertelde hij. “Je wordt geleefd in die twee weken. Ik verwacht dat het eenmaal thuis allemaal wel op zijn plaats valt. Als alles meezit ben ik dinsdag thuis. Dan is mijn vader jarig. Dus ouwe: ik ben er. Ik had beloofd dat ik er helemaal heel zou zijn; dat is niet helemaal gelukt. Maar ik ben er. Het besef zal dan ook wel komen.”